Werkgroep Biodiversiteit werkt aan BiodiversiteitsMonitor Bloembollen

Zeven werkgroepen richten zich op de acht pijlers van Toekomst Bollenvak. Graag stellen we de werkgroep Biodiversiteit aan je voor. De groep bestaat uit bodemadviseur John Huiberts, ecoloog Joke Stoops, Rita Poppe van BO Akkerbouw, Mathilde van ’t Oor van Boer & Natuur, Grada Kwantus van Waterland & Dijken en  Sanne Bruns en Gerben Boom van Schuttelaar & Partners zijn projectleider. Voor nauwe afstemming met de teeltpraktijk zijn daarnaast drie telers benaderd om bij de werkgroep aan te sluiten.

Geen dubbele administratie
Focus van de werkgroep Biodiversiteit lag de afgelopen maanden op de opzet van de BiodiversiteitsMonitor Bloembollen (BMB). Deze is gebaseerd op de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw (BMA) en sluit daar ook nauw op aan. Dat betekent dat telers die ook akkerbouw bedrijven, slechts één administratie hoeven bij te houden. Door onder andere de koppeling van verschillende teeltsystemen aan de monitor is het straks mogelijk om inzicht te krijgen in je milieu-impact en verduurzaming via KPI’s en wordt ook het delen van de data voor gebiedsgerichte aanpakken zoals regiocertificering, certificering of publiek-private financiering eenvoudig gemaakt.

Het vergroten van de biodiversiteit in de bollenteelt begint bij inzicht in de huidige situatie.
— Sanne Bruns

Januari 2026 in gebruik
De BiodiversiteitsMonitor Bloembollen meet op negen KPI’s: percentage rustgewassen, organische stofbalans, stikstofbodemoverschot, milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen, percentage bodembedekking, Carbon Footprint, natuur- en landschapsbeheer en gewasdiversiteitfosfaatbodemoverschot. De werkgroep verwacht dat de monitor vanaf januari 2026 gebruikt kan worden. Daarna volgt een fase van testen en bijstellen.

Bol-specifiek
Projectleider Sanne Bruns: “Het vergroten van de biodiversiteit in de bollenteelt begint bij inzicht in de huidige situatie. Vanuit daar kun je werken aan verbetering. Het was dus ook een logische stap om met onze werkgroep met de ontwikkeling van de BiodiversiteitsMonitor te starten. Door gebruik te maken van de KPI’s die al voor biodiversiteit in de akkerbouw gelden, ging de ontwikkeling voor de BMB snel. We zijn nu bezig met het toevoegen van bol-specifieke context aan de berekening van de KPI’s, zoals het effect van het ontsmetten van bollen en specifieke elementen in het zo karakteristieke bollenlandschap.”  

Vorige
Vorige

Halvering gebruik gewas beschermingsmiddelen: stevige stap richting verdere verduurzaming

Volgende
Volgende

FAM Flower Farm: pure promotie voor het bollenvak