Ketensamenwerking is een must: we moeten allemaal onze egojas uitdoen

Interview

Wie Simon Pennings (WAM Pennings) -
Bart Heemskerk (Jac. P. Heemskerk & Zn. BV)
Waar Duin- en Bollenstreek
Wat Regiocertificering - samenwerking

Een onderzoek naar de impact van bollenkwekers op het milieu (OBO – WUR en CLM) zette Simon Pennings (eigenaar van WAM Pennings en kringvoorzitter van de KAVB) in 2015 aan tot denken. Hoewel de overall conclusies van het onderzoek niet slecht waren, groeide bij Simon de behoefte om de milieu-impact van zijn eigen bedrijf, dat Global Gap en On the way to Planet Proof gecertificeerd is, en dat van gelijkgestemde bedrijven uit de Duin- en Bollenstreek in kaart te brengen en te monitoren. Enerzijds om de resultaten van de continue verduurzamingsinspanningen van koplopers in de regio te kunnen meten. Anderzijds om de samenwerking en kennisoverdracht tussen kwekers te verbeteren en de voorhoede en de achterhoede te stimuleren te veranderen. Het idee van Regiocertificering was daarmee geboren.

Regiocertificering – gemeenschappelijke belangen
Simon: ‘Het OBO gaf inzicht in de gemiddelde prestaties van de bloembollensector. Dat is een goede start, maar wij wilden meer inzicht krijgen in wat wijzelf goed en minder goed doen. Met als doel om onszelf continu te blijven verbeteren. Er waren veertien kwekers in de regio die aan wilden sluiten.” Wat volgde was een zoektocht naar voldoende financiële middelen en de juiste, onafhankelijke partners om de Regiocertificering mee op te zetten. Simon vond samen met zijn collega KAVB-bestuurders cofinanciering bij de provincie Zuid-Holland door aan te sluiten bij de opgaven en doelen van het Zuid-Hollandse Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) voor water, bodem, biodiversiteit en klimaat. Op deze manier kon er vanuit gedeelde belangen gewerkt gaan worden aan concrete doelen. Greenport Duin- en Bollenstreek sloot aan als penvoerder en tekent voor de externe communicatie over het project. Aansluitend volgde de keuze voor het Hoogheemraadschap van Rijnland, het onafhankelijke onderzoeksbureau Delphy en Schuttelaar & Partners als belangrijkste externe partners.

Simon Pennings

  • Simon Pennings is 2e generatie eigenaar van WAM Pennings in Noordwijkerhout. Samen met zijn neef en aanstaande bedrijfsopvolger Allan Visser (27 jaar) kweekt hij Tulpen, Canna’s, Narcissen en Oxalis op zo’n 200 hectare productievelden. De bollen vinden hun weg naar klanten via eigen export over de hele wereld en naar klanten in Nederland.

    Verduurzaming staat al decennialang centraal in de bedrijfsvoering. Het bedrijf heeft ledverlichting, zonnepanelen en alle restafval wordt verzameld, gerecycled en hergebruikt. De zoektocht naar het verlagen van de inzet van kunstmest en gewasbescherming begon 30 jaar geleden al en is nooit gestopt. Simon: “Ik ben al heel lang bezig met minder en anders. Soms boeken we vooruitgang, soms maken we (financieel) brokken. Maar opgeven doen we niet, we blijven zoeken.”

    Naast kweker is Simon voorzitter KAVB, kring Bloembollenstreek. Hij zet zich met veel plezier in voor de belangen van het – zoals hij zegt – mooiste vak ter wereld en stimuleert samenwerking tussen kwekers onderling en tussen veredelaars, kwekers en de handel.

  • Over de samenwerking in de bloembollensector is Simon glashelder. “Ik vind het heel goed dat de KAVB, Anthos en CNB de handen ineengeslagen hebben en nu echt samen gaan werken aan het versnellen van de verduurzaming in onze sector. De opgaves zijn te hoog en de publieke opinie over onze sector verandert sneller dan wij. Iedereen in de keten draagt hierin verantwoordelijkheid en we hebben elkaar hard nodig om verder te komen.

    Een Duitse retailer zei jaren geleden al tegen mij: “Pennings, het klimaat wordt een thema, wat doen jullie ermee?” Inmiddels heeft de hele sector gelukkig zijn egojas uitgetrokken: er wordt nu volop samengewerkt. Als we met elkaar in gesprek gaan en de ervaringen van de koplopers gebruiken, zijn we tot veel in staat.

    Dat betekent wat mij betreft ook dat de KAVB en Anthos strenger en veeleisender moeten zijn naar hun achterban.

  • “Als je buiten staat en ziet dat alle bollen weer opbloeien: dat is echt het mooiste wat er is. Wat me ook blij maakt is dat we mogen werken in het oudste bollengebied in Nederland, waar ook omwoners van zeggen dat het bij deze streek hoort. De streek leeft, ook internationaal. Het is fantastisch hoeveel publiciteit de Bollenstreek in het buitenland krijgt, van Tokio tot New York, deze streek is wereldberoemd en geliefd.”

Bart Heemskerk

  • Bart startte zijn carrière op de planning bij een andere kweker, waar hij alle ruimte kreeg om zich te ontwikkelen. Na drie jaar kreeg hij de behoefte aan meer afwisseling en stapte hij in het bedrijf van zijn vader: Jac. P. Heemskerk & Zn. B.V. in Hillegom.

    Bart is de 4e generatie in het bedrijf. Bart en zijn vader telen met veel plezier Tulpen, Allium, Narcissen en telen én broeien Hyacinten. Naast schaalvergroting ligt de focus in de bedrijfsvoering op verduurzaming: Barts bedrijf is Global GAP & GRASP gecertificeerd.

    Een voorbeeld van een verduurzamingsingreep is dat de bollen via een schuimmachine middelen toegediend krijgen in plaats van via onderdompeling in water. Hierdoor zijn onder andere minder middelen nodig en blijft er geen restproduct over. Daarnaast stapt het bedrijf over van het cultuurkoken van Allium bollen naar het heet stoken ervan. Hiervoor zijn de cellen aangepast.

    Omdat Bart het belangrijk vindt om zijn blik te verruimen (van het erf af te komen zegt hij zelf) en zich in wil zetten voor het vak, is al hij al geruime tijd bestuurslid van de KAVB, kring Bloembollenstreek, lid van de Productcommissie Bolbloemen Assortiment van Royal FloraHolland en lid van de Bollenjongens.

  • “Het is goed om van het erf af te komen om elkaar op te zoeken, en vooral om kennis te delen en van elkaar te leren. Door samen te werken, is het bovendien makkelijker om de sector op de kaart te zetten en om in gesprek te komen met overheden en hoogheemraden. De Regiocertificering is daar een goed voorbeeld van. Wat we voor ogen hebben, is te groots om alleen te doen. Door samen op te trekken, is het project prima van de grond gekomen. In januari (2025) hebben we de resultaten van onze nulmeting ook gepresenteerd aan gemeentebestuurders en recent heeft Greenport Duin- en Bollenstreek een presentatie gegeven over Regiocertificering aan de gemeenteraad in Noordwijk. De reacties waren positief. Je merkt dat we hierdoor ook op een andere manier in gesprek komen met elkaar.

    Daarnaast zullen we aan de slag moeten met alternatieve middelen en technieken. We proberen daar in onze eigen regio ook en steentje aan bij te dragen. Zo hebben we met de Bollenjongens (een groep van 10 jonge bollentelers in de regio) een klein proefveldje beschikbaar gesteld aan studenten van HAS Den Bosch. Zij telen daar onder meer tulpen met zo min mogelijk gebruik van chemische middelen. Doel is vooral om er samen van te leren – op een kleinschalige en laagdrempelige manier. In mijn ogen werkt dat vaak ook het beste: regionaal en dicht bij de telers.

    Als Bollenjongens werken we ook aan de communicatie met omwonenden. Een aantal jaren geleden wilden we vlogs gaan maken om te laten zien hoe we werken en waar we mee bezig zijn. Vloggen is het nooit geworden, het werd mooier dan dat. Via Johan Overdevest en Greenport Duin- en Bollenstreek is er een tv-serie over ons gemaakt, genaamd de Bollenjongens, die zelfs landelijk uitgezonden is. Je snapt dat we dat individueel nooit voor elkaar gekregen hadden.”

  • “Ik ben letterlijk en figuurlijk opgegroeid in de bollen. Zowel mijn vader als mijn moeder komen uit een bollenfamilie en we hadden thuis een eigen bedrijf. Dat is op zich al een geluk. Vroeger hielp ik al ieder vrij uurtje mee in de tulpen. Ik word erg blij van de afwisseling van ons vak: we kweken bollen en broeien ze ook uit tot bloemen: dan werk ik buiten, dan weer binnen. Ik ben ervan overtuigd dat we als sector iets toevoegen: we maken een prachtig product waar iedereen blij van wordt. Zeg nou zelf: er zijn niet veel banen waar je zoiets moois als bollen en bloemen produceert.”

Begin 2024 kregen de veertien kwekers groen licht. Ze startten onder begeleiding van Schuttelaar & Partners als eerste pilotgroep Regiocertificering met een nulmeting. De deelnemende kwekers brachten hiervoor alle denkbare data uit hun bedrijfsprocessen in. In het afgelopen seizoen ging dat om data over gewasbescherming, kunstmest en organische mest met als output de kpi’s milieubelastingpunten, stikstof- en fosfaatoverschot en organische stoffenbalans. In de toekomst komt daar data over energie, afval en biodiversiteit bij.

We moeten onze doelen en ons gelijk halen met cijfers, niet met mooie praatjes

Wat we voor ogen hebben, is te groots om alleen te doen.
— Bart Heemskerk

Bart Heemskerk (32 jaar - eigenaar van Jac. P. Heemskerk & Zn. B.V. en kringbestuurslid KAVB), is vanaf het eerste moment betrokken bij het project. Bart: “Ik leer veel van de oudere generatie ondernemers, die zoveel ervaring hebben dat ze op hun vakmanschap en kennis in het hoofd kunnen varen. Dat is goed, maar in de huidige tijd is het ook belangrijk om de onderliggende data te kunnen overleggen.” Het is zoals Simon zegt: “We moeten onze doelen en ons gelijk halen met cijfers, niet met ‘mooie praatjes’. Ook al zijn die praatjes gebaseerd op jarenlange ervaring.”

Inzicht en handvatten

In november 2024 werden de resultaten van deze nulmeting gepresenteerd: een gemiddelde score voor de groep van veertien kwekers, opgebouwd uit de individuele bedrijfsresultaten, die geanonimiseerd gepresenteerd werden. De deelnemende kwekers ontvingen uiteraard een overzicht van de eigen scores. Simon: “Ik heb nog nooit een presentatie meegemaakt waarbij mensen zo op het puntje van hun stoel zaten. Het bevestigde ons initiële gevoel dat ondernemers uitgedaagd worden als ze inzicht hebben in de eigen prestaties ten opzichte van een groepsgemiddelde. Bovendien bieden de data ons concrete handvatten om zelf nog meer regie te nemen over de verduurzaming van onze eigen bedrijfsprocessen.”

  • Een van de eerste prioriteiten van de veertien kwekers is om te voldoen aan de normen van de Kaderrichtlijn Water. Dat willen ze bereiken door het verminderen van de emissie van fosfaat en het terugdringen van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater. Simon: “Logischerwijs werken we hierin nauw samen met het Hoogheemraadschap Rijnland. We zitten als gelijkwaardige partners aan tafel. Onderdeel van de samenwerking is dat het Hoogheemraad watermonsters neemt voorafgaand aan en aansluitend op een periode waarin gewasbescherming toegediend wordt. De resultaten van de monsters bespreken we samen. Ook leggen we ze naast resultaten uit eerdere metingen. Zo kunnen we het effect van de ingrepen die we doen, zoals het aanpassen van de spuitdoppen, de inzet van andere middelen of het toedienen van middelen bij andere weersomstandigheden, goed volgen.”

  • Iedere individuele kweker bepaalt zelf aan welke knoppen ze draaien om hun scores op onder andere de waterkwaliteit te verbeteren. Ze worden daarbij individueel begeleid door de adviseur van Delphy. Bart: “We hebben bewust voor een samenwerking met Delphy gekozen omdat zij onafhankelijk zijn. De kennis die Bob Bisschops, de Delphy-adviseur, inbrengt, verruimt onze blik op bijvoorbeeld het spectrum van groene of minder belastende beschermingsmiddelen.” “Het waren dan ook zinvolle bezoeken. Bob vertelde dat hij overal met een grote glimlach wegging: de drive om stappen te maken is groot”, vult Simon aan. “We moeten er eerlijkheidshalve wel bij vertellen dat we, als het om de overstap naar groene middelen gaat, ook afhankelijk zijn van de snelheid waarmee de overheid nieuwe middelen goedkeurt, en dus toegankelijk maakt voor de markt. We zouden graag zien dat het tempo opgevoerd wordt. Hopelijk kunnen we met het project Regiocertificering eraan bijdragen dat hier oplossingen voor komen.”

    Naast de individuele begeleiding van Delphy zoeken de veertien kwekers elkaar ook met regelmaat op om te leren van elkaars ervaringen. Bart: “Ik ben daar erg blij mee. De groep bestaat uit een goede mix van ervaring en jeugd. Ik leer veel van de praktische tips die we met elkaar delen en van de manier waarop anderen werken. Als ik het vergelijk met twee jaar geleden, toen ik net in het bedrijf van mijn vader stapte, ben ik nog planmatiger gaan werken. Hierdoor heb ik bijvoorbeeld veel meer grip gekregen op de keuze van middelen en de momenten waarop ik ze toepas.”

  • Dat de focus vooral ligt op het verbeteren van de waterkwaliteit, betekent niet dat de veertien kwekers zich alleen daarop richten. Er zijn diverse kwekers die alleen of in gezamenlijkheid demovelden hebben waarop ze experimenteren met andere teeltvormen en groene middelen. Simon: “Wij hebben samen met drie andere kwekers een ecologisch proefveld waarop we met behulp van houtvezel biologisch telen. De houtvezel beschermt de bollen beter en houdt de groei van onkruid tegen. De eerste resultaten zijn best hoopgevend.”

    Ook werken de kwekers aan het vergroten van de biodiversiteit rondom de bollenvelden. Hiervoor is door Joke Stoop van Living Lab B7, een andere samenwerkingspartner in het project Regiocertificering, een plan van aanpak opgesteld waarin 28 opgaves werden benoemd. Simon: “Bij de laatste evaluatie bleek dat we er al 21 opgelost hebben. Dat zegt iets over het enthousiasme van de kwekers, en over het urgentiegevoel dat we allemaal hebben.”

    De resultaten die de veertien kwekers boeken, blijven niet onopgemerkt. Binnenkort start een tweede pilotgroep Regiocertificering en de aanmeldingen hiervoor stromen binnen. Simon: “De eerste pilotgroep vertegenwoordigt ongeveer 25% van het areaal in de Bollenstreek. Met de start van de tweede pilotgroep stijgt dat percentage naar vijftig. Ik hoop dat we zo gestaag door blijven groeien, zowel in het areaal dat aangesloten is als in de onderwerpen waaraan we gezamenlijk werken. Het zou mooi zijn als we over drie jaar met elkaar een hele mooie milieu- en biodiversiteitscore kunnen laten zien. En dat we gezamenlijk ook werken aan onderwerpen zoals robotisering, huisvesting voor onze internationale medewerkers en energie.”

Als we met elkaar in gesprek gaan en de ervaringen van de koplopers gebruiken, zijn we tot veel in staat. Dat betekent wat mij betreft ook dat de KAVB en Anthos strenger en veeleisender moeten zijn naar hun achterban.

— Simon Pennings

We gaan ervoor dat we over drie jaar een hele mooie footprint kunnen laten zien.

— Binnenkort start een tweede pilotgroep Regiocertificering en de aanmeldingen hiervoor stromen binnen.

Samengevat

    • Analyse gebruik middelen door onafhankelijke begeleider

    • Demovelden met proeven met groene middelen en biologische teelt

    • Nulmeting en jaarlijkse update impact milieu

    • Gebruik technische innovatie voor precisie gebruik

    • Toewerken naar normen Kaderrichtlijn Water

    • Afnemen watermonsters door Hoogheemraadschap. Analyse resultaten en verbeterplannen in nauwe samenwerking met Hoogheemraadschap

    • Demovelden met proeven met groene middelen en biologische teelt

    • Werkend aan verbeteren biodiversiteit

Wat ons ook blij maakt is dat we mogen werken in het oudste bollengebied in Nederland, waar ook omwoners van zeggen dat het bij deze streek hoort. De streek leeft, ook internationaal.